woensdag 31 december 2008

De transformatie van komkommer in ketimun

Kort voor Kerst verscheen het nieuwste nummer van het blad Sfinx, met artikelen rond het thema hechten en loslaten - en over boeddhisme en Kerstmis. Mijn bijdrage aan dit nummer, onder de kop De transformatie van komkommer in ketimun, gaat over de moeilijkheid dat we vaak wel willen loslaten en veranderen, als alles maar bij het oude blijft - of als verandering betekent dat er alleen maar iets bij komt, zonder dat er ook iets ouds van àf moet. Daardoor blijven we nogal eens in schijnbare verandering steken - in de status quo dus. Ketimun is het Indonesische woord voor komkommer.
Bij spirituele transformatie gaat het er niet zozeer om dat het 'ik' gaat zitten kiezen wat er wel en niet moet worden losgelaten, maar dat juist dat 'ik' wordt losgelaten - en omdat het steeds weer de kop opsteekt, moet het ook telkens wéér worden losgelaten.
In die zin wens ik alle bezoekers van deze blog een gelukkig nieuw jaar vol vrijheid, licht en vreugde toe!

Sfinx, jaargang 37 nr 4 (2008). Losse nummers € 5,-.
Nummer bestellen of abonnement nemen? sfinx@services2u.nl

maandag 8 december 2008

Cursus De Graal in onszelf - januari t/m juni 2009

Deze cursus is op 11 janauri 2009 van start gegaan en is in principe volgeboekt. Wie de Graal in zichzelf wil leren kennen/voelen, kan het beste een aantal individuele sessies nemen. Zie daarvoor de tekst 'Ademtherapie, wat is dat?' Ook andere teksten op dit blog hebben direct of indirect met deze innerlijke graal van licht te maken, en met de lichaamsgerichte, genezende ademmeditatie die de kern van mijn werk vormt. Wie de basisprincipes van deze benadering kent en hiermee alvast thuis oefent, kan in een later stadium aan een cursusgroep deelnemen. De cursus die in januari is begonnen, krijgt na de zomer waarschijnlijk een vervolg in de vorm van een zogeheten 'doorgaande groep'. Hierin zijn ook andere mediterenden van harte welkom, voorzover er plaats is. Eventueel komt er een geheel nieuwe groep bij.

De essentie van het graalverhaal in de cursus is het volgende: de echte graal is in eerste instantie een schaal van energie (licht) in ons bekken. Door specifieke adem-, ontspannings- en visualisatie-oefeningen is deze schaal te verbinden met de aarde onder onze voeten, zodat de schaal een kelk wordt. Vanuit deze verbinding gaan we open tussen aarde en hemel, zodat we de genezende krachten van beide kunnen ontvangen.

Dit is het begin van een transformatieproces van lichaam, ziel en geest als een geheel. Een proces waarin we steeds dieper loslaten en verder opengaan voor deze energieën, zodat we transparant en heel worden. In de loop van dit proces verandert de eerste vorm van de graal in andere, en zo transformeert de graal ons.
Door verder te oefenen in dit loslaten, bewust worden en opengaan komen we tot de drievoudige eenwording die ook in het Thomas-evangelie wordt genoemd: de eenheid van 'boven' en 'beneden', 'binnen' en 'buiten' en het mannelijke en het vrouwelijke in ons.
Overigens is de graal niet exclusief christelijk. Het gaat in de oefeningen om transformerende lichtvormen die zijn gebaseerd op de heilige geometrie, ouder dan het oude Egypte en India. En het bedoelde transformatieproces is ook samen te vatten als 'de verlichting van het lichaam' waarom het ook al ging in de oude Chinese innerlijke alchemie, of de 'transformatie van lood in goud' in de Westerse alchemie.

Zie verder andere berichten onder het label 'De Graal' (snel te vinden door onderaan dit bericht te klikken op 'DE GRAAL') .

Praktische informatie over de graalcursus

Data: 11 jan., 8 feb., 8 maart, 17 mei en 14 juni 2009
Tijden: 10.30 uur - ca. 16.00 uur
Plaat
s: Landgoed Bleijendijk bij Vught
Prijs voor deelname aan deze vijf dagen: € 185,-
Aanmelding/nadere info: peter.kamp@online.nl
Betaling: na bericht per e-mail
Maximaal aantal deelnemers: 14

maandag 6 oktober 2008

De spirituele crisis als breuk met het verleden

Zojuist verscheen het nieuwe nummer van het tijdschrift Prana, met als thema 'De kracht van het verleden'. Wie in het hier en nu wil leven, moet de toekomst niet vrezen en het verleden loslaten. Lukt dat niet, dan kan het tot een psychische of spirituele crisis komen. Daarover gaat mijn bijdrage in dit nummer.
De heftigste vorm die een persoonlijke crisis kan aannemen, is die van een (manische) psychose. Al jaren gaan er stemmen op om zo'n psychose te zien als een spirituele crisis, maar dan doemt de vraag op: wat maakt een crisis eigenlijk spiritueel? Dat is geen simpele kwestie. De hamvraag is, of je je in zo'n crisis niet laat meeslepen door emoties en wanen maar nog verantwoordelijkheid kunt dragen voor je eigen reacties op wat er gebeurt. Daartoe moeten we onder alle omstandigheden 'gecenterd' en 'geaard' blijven, zodat de harmonie in onze energiehuishouding zich steeds kan herstellen (zie illustratie). De vraag, onder welke voorwaarden een psychose zinvol kan worden opgevat als een spirituele of transpersoonlijke crisis, komt ook uitgebreid aan de orde in het boek Spiritualiteit en energie: de kundalini-kwestie, dat ik samen met Ad van Beckhoven heb geschreven (zie elders op deze blog).

Prana (uitg. Ankh-Hermes), oktober/november 2008, nr 169 (€ 6,25)

Je leven ten volle leven

Het nieuwe nummer van het tijdschrift Sfinx is uit. Sfinx, voortgekomen uit het Centrum voor Zelfbezinning, wijdt in elk nummer aandacht aan een speciaal thema. Dit keer is dat de vraag, wat het betekent om je leven ten volle te leven. Wat mij betreft is dat in de eerste plaats een kwestie van doen wat je moet doen, in plaats van wat je misschien wel graag zou willen. Verkeerd verlangen is immers de grootste hindernis voor geluk.
M'n bijdrage aan dit nummer, onder de titel 'Het twaalfde gebod', schetst wat we nodig hebben om niet vanuit ons denkende, willende en emotionele 'ik' te leven maar vanuit ons Zelf. Het elfde gebod is al bekend (zie hiernaast), het twaalfde is net zo belangrijk: 'Gij zult loslaten'.

Sfinx, jaargang 37 nr 3 (sept. 2008), tel 033 - 4615020, sfinx@planet.nl Losse nrs € 5,- ; abonn. € 18,50, studenten € 15,50

woensdag 17 september 2008

Tijdschrift Prana over het lichaam als tempel

Het nieuwe nummer van het tijdschrift Prana heeft als thema 'Tempel van de geest: leven in je lichaam'. Er is veel behartenswaardigs in te vinden, en ik ben blij dat ik er ook een bijdrage aan mocht leveren: Het lichaam als basis voor spirituele ontwikkeling. De strekking van dit verhaal: als we ons lichaam bewust bewonen kunnen we ontdekken dat het niet begrensd is maar deel uitmaakt van ons 'multidimensionele wezen', de meerdere lichamen (lagen van bewustzijn en energie) waaruit ons wezen bestaat. Wanneer we door oefening en meditatie deze lagen in onze zelfbeleving integreren, wordt één-zijn met al wat is een lijfelijke ervaring in ons dagelijks leven.

Prana (uitgave: Ankh-Hermes) nr 168, augustus/september 2008

dinsdag 2 september 2008

De Graal in onszelf
Graal-dag op Landgoed Bleijendijk, Vught


Op zondag 16 november vindt er op het landgoed Bleijendijk een 'graal-dag' plaats. Niet zozeer over de aloude of nieuwere graal-verhalen maar over datgene waarnaar die verwijzen: de innerlijke graal, de graal in onszelf. Door specifieke oefeningen en meditatie kunnen we werkelijk een vorm van energie (licht) in onszelf vinden, die overeenstemt met de manier waarop de Graal wordt afgebeeld: een kelk of schaal met voet. Deze energievorm in ons heeft een helende en transformerende werking, opent ons voor genezende kracht en een nieuwe manier om onszelf te ervaren.

Na een inleiding over de diverse vormen die de graal in onszelf aanneemt, met afbeeldingen (tekeningen), doen we enkele adem- en visualisatie-oefeningen waardoor je de graal in jezelf kunt leren voelen. Aansluitend mediteren we om in stilte datgene te ontvangen waardoor de graal ons opent: de helende krachten van aarde en hemel.

Plaats: Het 'Jagershuisje' op landgoed Bleijendijk bij Vught
Datum: zondag 16 november 2008
Tijd: van 10.00 uur tot ca. 15.30 uur
Aanmelden: per e-mail aan: bleijendijk@tiscali.nl
Kosten: € 45,-
Nadere informatie: peter.kamp@wanadoo.nl



Zie ook de tekst 'De echte graal, in onszelf' op deze blog

dinsdag 26 augustus 2008

Nieuw boek over Kundalini en heelwording


Op 25 april 2009 wordt de publicatie verwacht van een nieuw boek over kundalini-problemen, onder de titel Spiritualiteit en energie: de kundalini - kwestie .

Elders op dit blog kun je lezen, waar dat begrip 'kundalini' op slaat (zie: 'Kundalini-problemen en ademtherapie'). Kort samengevat: het gaat om een energie die alles te maken heeft met ziekte en gezondheid, en met bewustwording en spirituele ontwikkeling. Ga je er verkeerd mee om (bijvoorbeeld door op een verkeerde manier aan yoga of meditatie te doen), dan krijg je er allerlei moeilijkheden mee. En dat kan ook komen door een ongeluk, een valpartij (met name op je staartbeen), door heftige emoties of door andere fysieke- en/of psychische trauma's.

In het boek vertellen 15 mensen over hun persoonlijke ervaringen, en daarnaast kun je er zo'n beetje alle 'ins' en 'outs' over kundalini-problemen in vinden. Gaandeweg ontvouwt zich een integraal perspectief op het verband tussen bewustzijn en energie, tussen de manier waarop we onszelf en de wereld ervaren en de wijze waarop we met onze energie omgaan. In het boek reiken Ad van Beckhoven en ik bovendien enige hints en aanbevelingen aan, waarmee je tot heelheid en eenwording kunt komen als je last hebt van psycho-energetische problemen. We gaan in op een aantal vragen waarop tot nu toe telkens weer - in boeken, in tijdschriften en op internet - volstrekt foutieve antwoorden worden gegeven.

Update maart 2009: Het boek verschijnt vlak vóór- of op 25 april 2009. Je kunt het boek natuurlijk alvast bestellen, bij een lokale boekhandel of direct bij uitgeverij Synthese in Rotterdam: www.synthese.ws .

Hieronder enkele nuttige gegevens op een rijtje.

Auteurs: Peter Kampschuur en Ad van Beckhoven
Titel: Spiritualiteit en energie: de kundalini - kwestie
Uitgeverij: Synthese, Rotterdam
ISBN: 978 90 6271 049 2
Prijs: ca. € 19,50 (waarschijnlijk iets meer)

Spiritualiteit in het dagelijks leven


De stichting Filosofie Oost-West biedt ook dit cursusseizoen weer een heel curriculum aan op het gebied van filosofie en spiritualiteit. Een van de modules binnen dit onderwijsprogramma is 'Spiritualiteit in het dagelijks leven'. In het kader daarvan wordt het een en ander verzorgd door mijn favoriete filosoof, prof. dr Otto Duintjer (zie foto), onder de titel 'Filosofie en levenshouding'.
Op zaterdag 8 november ben ik bij prof. Duintjer te gast. We gaan het dan met elkaar hebben over het thema 'leven en leren', en over de manier waarop het dagelijks doen van bepaalde meditatieve oefeningen helpt om tot een open levenshouding te komen - zodat er eens te meer te leren valt. Aan de hand van de manier waarop ik 'aan mezelf werk' en in mijn praktijk mensen begeleid, zou ik willen laten zien hoe je een ander perspectief op jezelf kunt krijgen door steeds weer los te laten met de uitademing mee en de dagelijkse werkelijkheid ook onbevangen in je toe te laten - met name in de inademing. We kunnen zo gemakkelijker meebewegen met 'het vloeiende heden'. En onszelf leren ervaren als een eenheid van lichaam, ziel en geest. In mijn visie komt deze eenheid overeen met die van onze materiële kant (het lichaam), onze energie (ziel, in- en om het lichaam heen) en ons bewustzijn (dit is, wat mij betreft, de onbegrensde ruimte waarin al het waargenomene verschijnt).

Zie voor nadere informatie: www.filosofie-oostwest.nl

Workshop HET KOSMISCH OOG

Het 'kosmisch oog' is een mysterie waarover vroeger gezwegen werd. Menigeen kent het als het 'oog in de driehoek' of het 'Alziend Oog' boven altaren en in het plafond van kerken.
In de esoterie en alchemie staat dit symbool niet voor het oog van een God ver buiten en boven ons, maar voor het goddelijke in onszelf. In de benadering voor lichaamsgerichte, genezende adem-meditatie van Hetty Draayer is het een uitbreiding van het 'chi'-punt (ook bekend bij sommige Chi Kung- en Tai Chi-leraren). Vanuit dit punt wordt in de benadering van Hetty Draayer geademd. Het ligt dieper in het bekken dan het z.g. 'hara'-punt, ook bekend in Zen.

Het ademen vanuit het chi-punt of 'kosmisch oog' opent onze energiebanen (meridianen, nadi's) en maakt een diepgaand proces van loslaten en transformeren mogelijk. Door specifieke adem- en visualisatie-oefeningen opent het kosmisch oog zich als een poort tussen 'binnen' en 'buiten'. De huid gaat dan mee-ademen, wordt weer doorlaatbaar voor kosmische energie en sluit ons niet meer af. Zo kunnen we onszelf gaan ervaren als onbegrensde energie of stralende ruimte - het kleine 'ik' wordt opgenomen in het grote Zelf, in de Eenheid.

In de workshop wordt na een inleiding drie maal geoefend en tenslotte gemediteerd. Tussendoor is er tijd om te lunchen en voor een wandeling. Voorafgaande ervaring met yoga en/of meditatie is niet nodig. Het programma is in hoge mate gericht op 'centeren' en 'aarden'. Het gaat tenslotte om spiritualiteit met beide benen op de grond.

Datum: zaterdag 22 november 2008
Plaats: Wassenaar
Tijd: 10.00 tot ca. 17.00 uur
Kosten: € 65,-.
Mee te nemen benodigdheden: meditatiekrukje, deken, eventueel een eigen yogamatje of tweede deken, warme sokken of pantoffels en een lunchpakket
Info/aanmelding: 070 - 328 09 96 of ingrid.huet@arcoflight.nl

Zie ook andere teksten op deze blog. De workshop wordt door ondergetekende gegeven.

zaterdag 28 juni 2008

HSP? Durf te voelen en los te laten


Verhoogde gevoeligheid wordt vaak ‘moeilijk’ gevonden. Menig ‘high sensitive person’(HSP) zoekt een manier om zich ervoor af te schermen. Maar dat is alleen maar in enkele extreme situaties nodig. In het dagelijks leven kunnen we gewoon toelaten wat er op ons afkomt àls we alles ook maar weer diep genoeg loslaten. Zo kun je er zijn als een open, vrij en toch betrokken mens.
Zogeheten high senstitive persons – ook wel aangeduid als ‘HSP’s’ – vinden het doorgaans geen pretje om zo gevoelig te zijn dat je omgeving je verdenkt van aanstelleritis of erger – voor je ’t weet ga door voor verwaand of, als men de authenticiteit van je gewaarwordingen erkent, voor overgevoelig. Maar sommige mensen voelen gewoon meer dan de meeste anderen, en niet alleen dat wat hun zinnen streelt maar ook wat ze tergt.
De ontdekking hoe gevoelig je bent verloopt vaak via de een of andere vorm van schade en schande. Sommige mensen worden door verhoogde gevoeligheid overvallen, zoals wanneer iemand letterlijk of figuurlijk een klap oploopt. Gebeurtenissen kunnen zo traumatisch zijn dat je er een vrij plotseling intredende verhoogde prikkelbaarheid aan over houdt, zowel in de zin van ‘snel op je tenen getrapt zijn’ als in de ruimste zin van het woord: zintuiglijke ontvankelijkheid voor zelfs de geringste prikkels.

Bij andere mensen is er vaak altijd al sprake van een gevoeligheid die hoger is dan gemiddeld, terwijl zo iemand er jaren aan voorbij heeft kunnen leven – tot het niet meer ging. In beide gevallen – de eerst verborgen maar langzamerhand niet meer te ontkennen gevoeligheid, en de plotseling verhoogde – wordt menigeen als patiënt gestigmatiseerd. Intussen is het normaal en gezond om gevoelig te zijn. Juist ongevoeligheid is een teken dat je er niet bent zoals het vanuit je wezen is bedoeld.
Alles wat er gebeurt, elke zintuiglijke indruk die je binnenkrijgt, heeft een impact op je energiehuishouding. En soms is die impact heftig, vooral wanneer je toch al niet in balans was, en niet met beide benen stevig op de grond stond. Elke emotie die in je wordt gewekt is in principe een verstoring van het evenwicht in die energiehuishouding. Ook het omgekeerde is trouwens waar: de manier waarop je leven verloopt is een gevolg van de wijze waarop je met je energie omgaat. Als we alle mogelijke gebeurtenissen konden nemen zoals ze komen, er een zinnige respons op gaven en e.e.a. vervolgens weer loslieten, zouden we er geen psychische problemen aan overhouden. Maar er kunnen zich uiteraard drama’s afspelen die er zelfs bij de koudste kikker in zouden hakken.
Iets niet voelen is geen oplossing
Heel veel, zo niet àlle vormen van psycho-energetische ontregeling komen voort uit pogingen om niet te voelen wat er wel te voelen zou zijn, en zo’n poging wordt uiteraard bevorderd als er iets gebeurt wat niet of nauwelijks te verhapstukken lijkt. De meeste mensen willen zich goed voelen in plaats van goed te voelen. Als je persoonlijk al bereid zou zijn om je goed bewust te zijn van wat er in je lijf en daaromheen gebeurt, staan er nog steeds hele volksstammen klaar om je van je gevoel te doen vervreemden. Maar het is nooit een oplossing om iets niet te voelen terwijl het er wel is. Dat is eigenlijk een vorm van verzet. Zulke weerstanden maken het leven alleen maar moeilijker.
Gevoeligheid is een gave die het leven kan verrijken. Voelen is de meest directe ‘vorm’ van waarnemen. Voelen is bewust zijn pur sang en stelt je ertoe in staat, je af te stemmen op wat hier en nu nodig is. Veel mensen vinden het echter lastig of bedreigend om veel te voelen en nemen hun toevlucht tot maatregelen waarvan ze een beschermend effect verwachten. Maar dat zijn manieren om in je schulp te kruipen. Daar worden we nooit gelukkig van, want op die wijze isoleer je jezelf, sluit je je in jezelf op. Je kunt dan des te meer komen vast te zitten in je ego, in het afgescheiden ‘ik’ dat vaak bang is voor de ‘grote boze buitenwereld’. En tegelijkertijd blijf je dan toch verbinding zoeken, met anderen en met het grote geheel. In die verbinding of vereniging met dat grote geheel, met al wat is, ligt ons geluk – en het echt jezelf zijn. Kortom: door jezelf steeds ‘af te schermen’ en 'af te sluiten' zou je niet vinden wat je bewust of onbewust toch zoekt – echte heelheid en éénwording. Jezelf afschermen of afscheiden is eigenlijk een illusie waaronder we weer op een andere manier lijden.
Dieper leren loslaten
Een veel betere benadering is dieper leren loslaten. Zo heb ik persoonlijk ook met mijn gevoeligheid leren omgaan. Vooral door jarenlang heel trouw dagelijks ‘aardende’ oefeningen te doen – een vorm van lichaamsgerichte, genezende meditatie waarbij je in de eerste plaats op de juiste wijze leert te ademen, diep vanuit het bekken, en vervolgens het stromen van je energieën met je aandacht volgt; met name vanuit dat bekken door benen en voeten naar de aarde daaronder (zie de tekst over ademtherapie en –meditatie op deze blog).
Op die manier leerde ik diep los te laten wat er niet in me hoort te blijven hangen en in de aarde te ‘wortelen’. Zo adem je door alles heen. Wie goed gecenterd en geaard is en steeds weer loslaat, heeft een sterk energieveld om zijn of haar lichaam heen (zie de illustratie hieronder ) en kan dat in tact houden zonder zich te wapenen of schrap te zetten. Juist door open te zijn tussen aarde en hemel.
Een stoïcijn word je er niet van. Meditatie is ook helemaal niet bedoeld om je nergens nog door te laten raken, maar juist om de volheid van het leven in je toe te laten en er diep van binnenuit de juiste respons op te geven, wakker, bewust, met tegenwoordigheid van geest. Door je energie op peil te houden heb je daar de kracht voor. Wie goed loslaat, kan ook meer aan. De aarde draagt je en de hemel voedt je – wat wil je nog meer? Mijn gevoeligheid heeft zich in de loop van mijn ontwikkeling alleen maar uitgebreid en verdiept, maar als je goed bent ‘geaard’ en kunt loslaten is daar geen enkel bezwaar tegen. Je kunt er zelfs heel goed therapeutisch werk mee doen, zoals ik ook doe. Verfijnde gevoeligheid verruimt je empathie.
We kunnen heel transparant zijn, heel open in de wereld staan, en zelfs ontdekken dat alles wat we waarnemen zich in onszelf bevindt – kortom, dat wij niet worden begrensd door onze huid, niet afgescheiden zijn van de wereld om ons lichaam heen maar datgene zijn waar het wereldgebeuren zich in afspeelt. Ons bewustzijn is de ruimte zelf.
Dit maakt ook begrijpelijk hoe het mogelijk is dat we de energie, emoties, pijn, spanningen, stemmingen en intenties van anderen kunnen meevoelen. Ook die anderen bevinden zich immers in onszelf, in onze ruimte en ons energieveld, en als wij ons op hen afstemmen en met open hart en ‘mind’ in ons toelaten, gaan we min of meer met hen mee vibreren. Ook daar hoeft geen bezwaar tegen te zijn want ook dat kunnen we allemaal weer loslaten, als we ons maar niet te lang aan te sterke prikkels blootstellen. Het is natuurlijk om openhartig te zijn en mee te voelen. Dat is algemeen menselijk – en wat mij betreft ook wenselijk. Het zou jammer zijn om vanwege (al dan niet verhoogde) sensitiviteit op de vlucht te slaan voor de echte communicatie die nu juist mogelijk wordt door een gevoelig mens te durven zijn.
Wie grenzen trekt in de tijd, hoeft ze niet in de ruimte te trekken
Moeten we dan alles maar verdragen en goed vinden? vraagt u misschien. Welnee! We moeten alles wat komt ook weer laten gaan, dàt is het punt hier. En we hoeven drukte en stress natuurlijk niet op te zoeken. Kom je er onverhoopt toch in terecht, dan moet je vooral zorgen dat het niet te lang duurt. Op sommige plekken kun je maar beter zelf niet komen, en anders zèlf op tijd weer gaan.
In enkele extreme situaties, zoals in een geagiteerde menigte of als iemand heel gericht agressief tegen je doet, kun je bepaalde aura-oefeningen toepassen om te voorkomen dat de opwinding of agressie bezit van je neemt. Maar voor ’t overige geldt een eenvoudige vuistregel: wie grenzen trekt in de tijd, hoeft ze niet in de ruimte te trekken. M.a.w. is het ergens niet gezellig of juist àl te gezellig, stap dan op tijd op. Dan hoef je geen grens om jezelf heen te trekken maar kun je je openheid voor de wereld en de anderen daarin handhaven – vooral wanneer je alle binnengekomen indrukken en energieën ook weer op tijd loslaat.
Leven is voelen. Voelen is bewust zijn. Hi! Sensitivity!

Zelfrealisatie als fopspeen

Zojuist verscheen Sfinx nr 2 van 2008 met als thema 'In en uit de tijd'. Sfinx, een viermaal per jaar verschijnend tijdschrift voor persoonlijke en sociale vernieuwing, is voortgekomen uit het Centrum voor Zelfbezinning. Naast artikelen over de aard van 'de tijd' en onze beleving ervan bevat dit nieuwe nummer ook een bijdrage van mijn hand, onder de titel Zelfrealisatie als fopspeen. Het lelijke en onnodig deftige woord 'zelfrealisatie' berust op een misverstand en wekt ook misverstanden. Een z.g. 'zelfgerealiseerde' is iemand die zich kennelijk identificeert met een bepaalde kant van zichzelf en zich vastpint op een bepaalde bewustzijnstoestand. Zo'n 'gerealiseerde' heeft zich misschien iets gerealiseerd, maar daarmee nog niets gerealiseerd...

Lees verder in Sfinx, jaargang 37, nr 2. Losse nummers zijn te bestellen via tel. 035 - 6479845 of per mail: sfinx@wxs.nl (Men kan zich ook abonneren).

vrijdag 20 juni 2008

De echte graal, in onszelf

Het begrip ‘Graal’ is ons overgeleverd op basis van middeleeuwse legenden en romantische ridderverhalen. Onder invloed van het boek De Da Vinci Code schieten er de laatste jaren nieuwe verhalen over de graal als paddestoelen uit de grond, terwijl oude visies van diverse esoterische tradities weer worden afgestoft en naar voren gebracht. Op internet is een uitgebreide en bonte mengeling van zin en onzin over de graal te vinden.

Volgens sommige verhalen gaat het bij de heilige graal om de beker of kelk waaruit Jezus en zijn discipelen tijdens het Laatste Avondmaal de wijn dronken die ‘zijn bloed was’; anderen beweren dat het gaat om de beker waarin zijn bloed werd opgevangen toen hij gekruisigd was. In de discussie die hierover al eeuwen wordt gevoerd, is ook een compromis voorgesteld: het zou de avondmaal-beker zijn geweest, waarin Jezus’ bloed werd opgevangen. Maar de waarheid kan geen compromis zijn.

Sommige graalverhalen hebben hun waarde en er is wat voor te zeggen om spiritualiteit te omschrijven als het ‘zoeken naar de graal’ (nog even afgezien van de vraag, wat de term ‘zoeken’ dan inhoudt). De symboliek van de heilige graal kan natuurlijk alleen wat betekenen als zij verwijst naar iets van innerlijke aard. In de oude Westerse alchemie en spirituele bewegingen als die van de Rozenkruisers en de Antroposofie is bijvoorbeeld altijd al begrepen dat deze symboliek verwijst naar een proces van innerlijke transformatie.

Daar tegenover staan de vele verhalen die slechts aansporen tot een zoektocht naar een materiële graal in de buitenwereld. Veel modieuze verhalen zijn te herleiden tot de bestseller Het heilige bloed en de heilige graal van M. Bagent, R. Leigh en H. Lincoln. Vooral op basis van dit boek heeft het misverstand om zich heen gegrepen, dat ‘het’ graalverhaal eigenlijk gaat over een nakomeling die Jezus zou hebben verwekt bij Maria Magdalena. Een variant op dit idee is dat de graal Maria’s bekken zou zijn.

Op 30 maart j.l. heb ik op het Theosofisch Centrum in Naarden (onder auspiciën van de werkgroep De nieuwe mens) een lezing gegeven over de vraag of we voorbij alle mystificaties, intriges en commercie werkelijk een heilige graal in onszelf kunnen vinden. Niet bij wijze van spreken, niet ‘alleen maar als symbool’ of als metafoor voor de reis van de ziel, maar letterlijk als een vorm in ons lichaam en energieveld: een schaal of kelk van licht met een helende en transformerende werking. En dan niet als zelfbedachte uitvinding maar als iets wat behoort tot de heilige geometrie, de oerprincipes van schepping en transformatie.

Het is de vraag naar de echte graal, die als aanleg in ons energielichaam is gecodeerd en tot leven komt door oefening en meditatie. In eerste instantie is de graal een energievorm in het bekken, een schaal van licht, mèt zijn aarding door benen en voeten heen (de ‘voet’ van de graal; zie de illustratie).

Deze visie is gebaseerd op de inwijdingsweg die Hetty Draayer heeft doorgegeven. Ademend vanuit deze graal gaan we open tussen ‘aarde’ en ‘hemel’, en komen we tot bewust- en eenwording. De eerste vorm van de graal wordt door oefening en meditatie nog een aantal malen getransformeerd. Dit transformatieproces leidt inderdaad tot een geboorte, niet van een kind van vlees en bloed maar de ‘tweede’ of ‘geestelijke geboorte’. In de esoterische christelijke traditie staat deze geboorte bekend als die van ‘het Christuskind in ons mystieke hart’.

De Da Vinci Code is niet meer dan een soort Ludlum-thriller met een spiritueel tintje. Net als Het heilige bloed en de heilige graal staat dit boek ver af van de waarheid waarnaar de graalsymboliek verwijst. Het komt erop neer dat niet alleen het bekken van Maria Magdalena maar ieders bekken de graal kan zijn, mits men de genezende en transformerende kelk van licht in zichzelf tot leven laat komen.

De lezing De echte graal, in onszelf bestaat uit een toelichting op een aantal foto’s en tekeningen die erbij getoond worden. In Naarden werd na de lezing ook een meditatieve visualisatie-oefening aangereikt, waardoor men de eerste vorm van de graal in zichzelf kon voelen.
Er bestaat tot nog toe geen tekst van de lezing, maar ik zou dit graalverhaal met liefde
ook elders komen vertellen.

Hoewel er ook plannen zijn voor een graal-cursus waarin wordt geoefend en gemediteerd op basis van bovenstaande inzichten, is het vinden van de graal in onszelf uiteraard primair een individuele aangelegenheid. Zo'n cursus is vooral een ondersteuning voor ieders persoonlijke transformatieproces. Alleen wie de graal niet langer buiten zichzelf zoekt, kan hem in zichzelf vinden.

woensdag 18 juni 2008

Hetty Draayer
in haar boek Naar nieuwe ruimten van bewustzijn - Door meditatieve oefeningen naar éénwording
(Uitg. Mirananda, Den Haag, 1991)



(Klik op de afbeelding om die op groter formaat te zien)
MEDITATIEF ANGER MANAGEMENT
Adem boosheid eruit
Boosheid is een van de lastigste emoties, naast angst. En we kunnen nog bang zijn om onze boosheid te uiten ook. De meeste mensen mogen eerst als kind niet boos zijn van anderen, en als volwassene niet van zichzelf. Wie het spirituele pad opgaat komt vaak nog oude boosheid in zichzelf tegen, die is meegezeuld door de jaren heen. Diep weggestopt, vaak. In meditatie kan zoiets onverwacht weer voelbaar worden. Aan sommige mensen kun je dwars door hun glimlach heen zien dat ze diep van binnen eigenlijk boos zijn. Soms staat hun hele gezicht ernaar, en bij anderen is de vastgehouden woede in de ogen gekropen. Natuurlijk mogen we best boos worden – er kunnen heel goede redenen voor zijn – maar het zou dom zijn om boos te blijven.
Angst is eigenlijk gemakkelijker te verdringen dan boosheid. Weggestopte angst maakt koud, woede verhit. Maar in beide gevallen onderdruk je energie in jezelf, en wie een rem zet op het uiten van boosheid maakt het ook moeilijker om lief te hebben. Want de energie die in boosheid of liefde wordt omgezet, komt uit dezelfde bron in onszelf. Er zijn allerlei therapieën die min of meer op dit uitgangspunt zijn gebaseerd. Je komt het bijvoorbeeld tegen bij Gestalttherapie en workshops waarin je je woede eruit kunt gooien door op kussens te rammen. Maar het ongeremd uiten van woede door middel van catharsis (een snelle en krachtige emotionele ontlading) is vaak geen oplossing. Je kunt er zelfs nog bozer van worden dan je al was, en dergelijke uitbarstingen kunnen je aura beschadigen.
Ook pogingen om opkomende boosheid snel te transformeren in iets anders, bijvoorbeeld vrolijkheid, een schelle lach of een andere vorm van hilariteit, leiden tot beperkt succes. De film Anger Management met Jack Nicholson in de hoofdrol heeft wel geleid tot navolging in de therapiewereld, maar het ‘weg zingen’ van je boosheid lijkt niet altijd te lukken. En het gevaar is dat dit alleen maar een nieuwe manier is om je emoties te onderdrukken.

Een zachte manier om boosheid te laten varen
Je kunt je boosheid uitademen. Dat is een veel zachtere en meer geleidelijke manier om je van allerlei vastgehouden emoties te bevrijden. Op basis van de bekkenademhaling vanuit het chi-punt is de vastgehouden energie van boosheid af te voeren via de levermeridiaan die eindigt in de grote tenen. Wat we via onze energiebanen afvoeren naar de aarde, hoeven we niet af te vuren op een ander. Wist u dat er aan de lever een chakra verbonden is? En dat er een verbinding is tussen de lever en de 9de en 10de borstwervel? Door ademtherapie en –meditatie kunnen we ons van blokkades op zulke plaatsen bevrijden, op een vloeiende manier. Het is ‘anger management’ door los te laten.

Mijn collega 'anger management therapist' Jack Nicholson (links)aan het werk
Ook nieuwe, plotseling opkomende boosheid kun je aan de uitademing meegeven. Wie dat eenmaal merkt, hoeft ook niet meer bang te zijn voor het voelen van boosheid. Je kunt jezelf dan ook best eens een knorrige opmerking toestaan, maar het hoeft niet nodig te zijn om je stilletjes of luidruchtig door agressie op sleeptouw te laten nemen. Wie ademt en leeft vanuit de diepte van zijn/haar bekken, kan boosheid zelfs vóór zijn. Want zo kan ook onze liefde weer stromen.

Door steeds weer los te laten kun je misschien zelfs om je eigen boosheid lachen. En lukt dat nog niet, kijk dan eens op You Tube hoe Jack Nicholson als 'anger management therapist' zijn cliënt leert omgaan met boosheid (diverse video's, steekwoord Anger Management). Mag ook nu al, natuurlijk. Maar stop er niks mee weg - laat liever los.

dinsdag 17 juni 2008

Kundalini-problemen en ademtherapie
In ons bekken bevindt zich een sterk geconcentreerde voorraad van energie die in India ‘Kundalini’ wordt genoemd. In Chinese termen is het ‘de hoeveelheid yin waarmee we geboren worden’. Het plotseling of te krachtig vrijkomen van energie uit dit reservoir kan leiden tot allerlei ontregelingen van je psychofysieke energiehuishouding. De aanleiding tot zulke problemen wordt soms gevormd door een ongeval of door heftige emoties, maar kan ook liggen in duurzame uitputting of het beoefenen van yoga of meditatie op een verkeerde manier, en door allerlei benaderingen voor persoonlijke groei en bewustzijnsverruiming. Hulpverleners in het alternatieve circuit – en ook sommige artsen, psychiaters en andere hulpverleners in de reguliere gezondheidszorg – geven bij kundalini-problemen vaak het advies om te stoppen met mediteren of het doen van adem-oefeningen en alleen nog heel ‘aardende’, praktische activiteiten te verrichten. In het algemeen is dat een goede raad, en speciaal wanneer je iets deed wat vrij direct is gericht op het ‘wekken van de kundalini’, of als je aan jezelf werkte op een manier waarbij de ademhaling buiten beschouwing blijft.
Ademtherapie en –meditatie vanuit het ‘chi-punt’ of ‘kosmisch oog’ verschilt echter sterk van andere benaderingen, zozeer zelfs dat kundalini-problemen hierbij niet hoeven te ontstaan. Is iemands kundalini-energie waardoor dan ook ‘op stang gejaagd’, dan is zij door middel van deze benadering weer in verbinding te brengen met de aarde onder je voeten – vooral door dagelijks bepaalde oefeningen te doen. Misschien is deze benadering wel de enige mogelijkheid die overblijft als er eenmaal ernstige kundalini-problemen zijn gerezen, zelfs nadat men bijvoorbeeld een psychose heeft gehad. Na zulke extreme uitwassen kàn het inderdaad nodig zijn om een poos alleen te rusten, de aandacht niet naar binnen te richten en slechts uiterlijk-praktische dingen te doen. Maar wie een diep verlangen koestert om zichzelf te vinden en er te zijn zoals ’t de bedoeling is, zal vroeg of laat weer de draad van zijn of haar spirituele ontwikkeling willen opvatten; en daarnaast is het alleen al voor onze gezondheid nodig om harmonie te brengen in onze energiehuishouding.
De meditatieve adem-oefeningen vanuit het chi-punt zijn dan een uitkomst. Deze benadering maakt het mogelijk om kundalini-energie (yin) al in het bekken te verenigen met kosmische energie (yang) en de energie via basis- en sacraal-chakra te verbinden met de aarde onder je voeten (zie illustratie: Centeren en aarden). Er vormt zich een ‘schaal’ van energie, van licht dat rondom uitstraalt. Vervolgens gaat het erom, deze bekkenschaal bewust te bewonen en je ‘aarding’ te handhaven door steeds van hieruit te ademen – niet alleen tijdens oefening of meditatie maar ook door de dag heen (en uiteindelijk zelfs ’s nachts). We zijn dan geborgen in onszelf, in ‘de palm van Gods hand’. Een kwestie van in je basis zitten in plaats van in je hoofd. Uiteraard kunnen er nog allerlei blokkades zijn, maar daar valt ‘doorheen te ademen’ met behulp van de oefeningen die tot deze vorm van ademtherapie en -meditatie behoren. Gaandeweg groeit er een stevige verbinding met de aarde terwijl je door benen en voeten ook alles kunt loslaten, wat er niet in je thuishoort - zoals spanningen, verkrampingen en overtollige energie.
Kundalini en verlichting
Een dergelijke doorstroming naar de aarde (tot in een extra aarde-chakra onder je voeten, in de aarde dus) wordt altijd min of meer geblokkeerd zolang men ademt vanuit de zonnevlecht of het navelgebied, want dat behoort tot het chakra van willen, streven, beheersing, controle en macht, met alle emoties en ‘ik-denken’ van dien. Door het ademen vanuit het chi-punt – drie vingers breed boven het schaambeen, maar dan aan de achterzijde, tegen het heiligbeen aan – kom je letterlijk en figuurlijk onder de zonnevlecht uit. Probeer het maar eens: adem in vanuit deze plek, laat van hieruit de buikwand rond worden, en laat de adem het dan rond maken tot in de huid van de bilnaad en bekkenbodem. Je zult dan merken dat dit adempunt echt nog een etage dieper ligt dan het z.g. hara-punt (drie vingers breed onder de navel), een punt dat zich nog in de invloedssfeer van het zonnevlechtchakra bevindt. Vanuit dit chi-punt kom je niet alleen echt in de basis van je lichaam en energiehuishouding – tussen de zitbeentjes in - maar ook in een diepere bewustzijnslaag.
Omdat er al in het bekken, bij het basis- of wortelchakra, een verbinding plaats vindt van je kundalini met kosmische energie – in plaats van pas in het kroonchakra - is er voor je energie geen reden meer om ongeremd omhoog te stuwen. In plaats daarvan straal je vanuit je bekken rondom uit, en ga je open tussen ‘aarde’ en ‘hemel’. Het ademen, oefenen en mediteren vanuit het chi-punt of kosmisch oog komt daarmee tegemoet aan wat je zou kunnen noemen: het doel van de kundalini. Dat doel is, kort gezegd: circuleren door- en om het hele lichaam en het verbinden van de kundalini die al in je lichaam aanwezig is met de grote kosmische Kundalini, de ‘Mahakundalini’. Dat is, wat men ‘verlichting’ noemt: het verenigen van onze individuele energie met het geheel van alle energieprocessen in de kosmos.
Misschien ken je het verhaal over ‘de reis omhoog door de chakra’s’: de visie dat je kundalini zou moeten opstijgen vanuit je basis naar je kroonchakra, om zich dáár te verenigen met kosmische energie. Het is een halve waarheid. Want wat opstijgt, moet ook weer afdalen - circuleren, dus. Daarom is het nodig, een centrum in je lichaam bewaren en dat met de aarde onder je voeten verbinden. Anders loop je het risico dat je energie alleen nog omhoog kan – voor zover er onderweg geen blokkades zijn - en niet meer naar beneden.
Kundalini en manische psychosen
Wanneer je kundalini-energie krachtig opstuwt – door emoties, door te lang te mediteren, of door je niet aan de ‘regelen der kunst’ te houden – dan kan zich uiteindelijk heel veel kracht ophopen bij je derde nekwervel, en als die het niet meer kan houden, schiet de energie via de bovenste wervel (de atlas), dóór naar de kruin en het kroonchakra, en vervliegt dan boven je hoofd. Dit is wat er bij een manische psychose gebeurt.
In zo’n psychose kom je min of meer buiten je lichaam te hangen, je zweeft, en dat geeft gevoelens van vervreemding (de psychiatrische termen zijn ‘depersonalisatie’ en ‘derealisatie’), angst, verlies van samenhang – en, als reactie daarop, ook van zelfverheffing, je méér en beter voelen dan anderen. De gevoelens van vervreemding kunnen zich, merkwaardig genoeg, ook afwisselen met verhoogde gevoeligheid en ‘paranormale’ ervaringen – maar zonder dat accurate waarnemingen te onderscheiden zijn van eigen verbeelding. Jammer genoeg worden manische psychosen ook nogal eens verward met ‘verlichting’. Maar dat is eerder het tegenovergestelde van een psychose. Bij verlichting wordt het ego losgelaten, in een psychose tot manische proporties ‘opgeblazen’ – een bewustzijnstoestand die ook wel ‘ego-inflatie’ wordt genoemd.
Voor een echt en evenwichtig transformatieproces moeten we in de eerste plaats loslaten, loslaten en nog eens loslaten, vooral naar de aarde toe, door onze open, transparante voeten heen. Daarnaast hebben we een centrum nodig, van waaruit onze energie zich kan bundelen. We moeten dus centeren en aarden. Dat is precies, waarop het ademen, oefenen en mediteren vanuit het chi-punt/kosmisch oog is gericht: meewerken met de energie in plaats van nog langer tegen te werken, het zuiveren en in harmonie brengen van onze energiehuishouding, zodat we kunnen open gaan tussen aarde en hemel, en onze bestemming kunnen vervullen. Dat betekent: hier en nu onszelf zijn, meebewegen met het vloeiende heden, doen wat ons te doen staat, en zo ook werkelijk onszelf blijven, met warmte, liefde, wijsheid en begrip - dwars door alles heen.
Boek over de kundalini-kwestie
Samen met Ad van Beckhoven heb ik een boek geschreven onder de titel Spiritualiteit en energie: de kundalini-kwestie. Er staan diverse verhalen over persoonlijke ervaringen in, naast een uitleg over de 'regelen der kunst'. Het boek is eind april 2009 verschenen bij uitgeverij Synthese, Rotterdam (www.synthese.ws). In 2016 verscheen de 3e druk.

maandag 16 juni 2008

De Nieuwe Mens

Op deze blog zult u af en toe de term 'de Nieuwe Mens' tegenkomen. Dat begip is in heel uiteenlopende verbanden gebruikt. De schoonzoon van Karl Marx doelde hiermee bijvoorbeeld op de mens in een nieuw tijdperk, waarin machines vrijwel al het onaangename werk zouden hebben overgenomen. Voor de nieuwe mens in dat tijdperk zou er dan weinig anders te doen zijn dan 's morgens een beetje resterend (kantoor- en huishoudelijk) werk doen, 's middags vissen en 's avonds filosoferen. Die 'nieuwe mens' wordt op deze blog niet bedoeld. Tot vissen willen we hier zeker niet oproepen, en filosoferen... alleen als het moet.
Een van de eerste leraren die Zen naar het Westen brachten, Karlfried Graf Dürckheim, had een veel mooiere visie op het nieuwe mens-zijn. Hij schreef: 'Meditatie beoogt de fundamentele verandering van onszelf: waar het om gaat in het initiatisch proces is de transformatie van de overwegend op de begrensde wereld afgestemde mens (die voor een groot deel onbewust leeft vanuit zijn natuurlijke opwellingen en verlangens) in de nieuwe mens, die bewust in zijn Wezen is verankerd en in staat is hieraan in vrijheid uitdrukking te geven in de wereld, door de manier waarop hij van binnenuit weet, vormgeeft en liefheeft.'*
Die nieuwe mens wordt hier steeds bedoeld, ook als deze omschrijving wordt samengevat als 'een bewust en vrij mens'.

* K. von Dürckheim, Meditatie - doel en weg. Ankh-Hermes, Deventer, 1981

HET VERDEELDE EN

HET VERENIGDE ZELF


Leven vanuit het midden


Door Peter Kampschuur


Spiritualiteit, wordt er vaak gezegd, heeft alles te maken met het verzoenen van de tegenstellingen in onszelf. We kunnen innerlijk verdeeld zijn of de tegenstellingen in onszelf met elkaar verenigen. Maar hoe doe je dat? Eén van de manieren om dat te beschrijven, is: door te leren leven vanuit ons midden. Het ademende midden, van waaruit lichaam, ziel en geest kunnen worden omgesmeed tot één onverdeeld geheel.

“Iedereen, zelfs het meest onbelichaamde individu, ervaart zich als onlosmakelijk vastzittend aan of in zijn lichaam,” stelt de anti-psychiater Ronald Laing in zijn beroemde boek Het verdeelde zelf. “In normale omstandigheden,” vervolgt hij, “voelt men zich levendig, wezenlijk en krachtig in de mate dat men het gevoel heeft dat het lichaam levendig, wezenlijk en krachtig is. De meeste mensen hebben het gevoel dat ze een aanvang hebben genomen toen hun lichaam een aanvang nam en dat het met hen afgelopen zal zijn wanneer hun lichaam sterft. We zouden kunnen zeggen dat een dergelijk iemand zich belichaamd voelt.”

Tegenover zo’n belichaamde persoon stelt Laing ‘het min of meer onbelichaamde zelf’, een zelfgevoel waarbij men het idee heeft, enigszins los van zijn lichaam te staan zodat het lichaam meer wordt gevoeld als één van de vele objecten in de wereld dan als de kern van het eigen wezen. Radicale splitsing van lichaam en zelf vindt Laing niet gezond; het kan leiden tot wat wel schizofrenie wordt genoemd, en waar hij op duidde met zijn term ‘het verdeelde zelf’.

De oorspronkelijke versie van Laings boek verscheen in 1971. Inmiddels heeft hij al jaren geen lichaam meer. En het kan zijn dat het met hemzelf nog niet is afgelopen – ’t is ook maar net, wat je onder ‘zelf’ verstaat - maar helaas zijn hier in dit ondermaanse veel van zijn inzichten in de vergetelheid geraakt. Natuurlijk hebben sinds zijn tijd steeds meer mensen, vooral ook buiten de psychiatrie, aan hun heel- en éénwording gewerkt. Maar nog altijd laat menigeen zijn of haar lichaam daarbij grotendeels buiten beschouwing. Zoals de cliënt die een poos geleden bij me binnenkwam en zei: “Het gaat vrij goed met me, maar helaas laat mijn lichaam me in de steek.” Ik vroeg me af hoe ik duidelijk moest maken dat het andersom was: het ging niet echt zo goed met haar, juist omdat zij haar lichaam in de steek had gelaten.


De meerdere lichamen

Wij zijn, zo lang we hier op aarde leven, inderdaad onlosmakelijk met ons lichaam verbonden. En het heeft geen enkele zin om dat te ontkennen. Het is niet nodig om te denken dat we alleen maar in het lichaam zitten – je kunt ervaren dat je er ook ruim omheen aanwezig bent. Maar de toestand waarin- en de plaats waarop het lichaam zich bevindt maken zóveel uit voor wat we ervaren, dat er alles voor te zeggen valt dat ‘de kern van het eigen wezen’ ergens in het lichaam zit. We zijn dus niet noodzakelijkerwijs (alleen maar) in het lichaam, maar we zijn er wel vanuit het lichaam.

Willen we ons bewust worden van onszelf, dan zouden we ons lichaam bewust moeten bewonen en goed moeten voelen wat erin gebeurt. Dat kan ons heel veel over onszelf vertellen, ook dingen waaraan we voorbijgaan wanneer we doen alsof we onbelichaamd zijn. De schaduw, de donkere, onbewuste kant van onszelf, slaat in het lichaam neer als verkramping, blokkades, eventueel ziekte. En als we werkelijk willen leven vanuit onze kern – die zich in het lichaam bevindt – dan moeten we dus goed in ons lijf thuis zijn.

Zo kunnen we ook van binnenuit ervaren dat we méérdere lichamen hebben: de aura’s, energievelden of bewustzijnslagen om het fysieke lichaam heen. Ons proces van heel- en eenwording vraagt om de stapsgewijze integratie van al die zijnsniveaus in onszelf. Meestal worden er zeven van die lagen onderscheiden, maar kortheidshalve kunnen we het een en ander samenvatten als een proces waarin lichaam, ziel en geest werkelijk een eenheid worden: het verenigde zelf.


Bewustzijnsverruiming is voelen

In allerlei benaderingen voor heel- en eenwording komt het lichaam er helaas bekaaid van af. Ik ken bijvoorbeeld mensen die al jarenlang aan yoga doen maar enorm in hun hoofd zitten terwijl ze koude, niet-doorleefde voeten hebben. Hun ego heeft al die tijd eigenlijk getracht, het lichaam te knechten. Wie het accent in zijn hoofd legt, hangt in feite overwegend buiten zijn lichaam: in de mentale laag, dat is al drie lagen van het fysieke lichaam af. Mediterenden die graag in hogere geestelijke regionen vertoeven, ervaren hun lichaam vaak als hindernis, of als een tegenstander die hen terugroept in de fysieke werkelijkheid.

Er zijn complete psychotherapeutische tradities en meditatiescholen die mensen eigenlijk alleen maar uit hun lijf trekken en hun heelwording dus bemoeilijken – voelt men zich beter, dan komt dat doordat men minder voelt. Veel mensen willen zich beter gaan voelen maar zonder beter te voelen! Hardnekkige intellectuelen kiezen helaas vaak een manier om aan zichzelf te werken, waarbij de kans groot is dat je in je hoofd blijven zitten, zoals psychosynthese, Zen of zijnsgeöriënteerde psychotherapie. Maar zo’n onlichamelijke – om niet te zeggen: anti-lichamelijke – houding kom je tegen in de beste spirituele en levensbeschouwelijke kringen, zelfs bij mensen die oprecht geïnteresseerd zijn in perspectieven op lichaam, ziel en geest als één geheel. Zulke perspectieven blijven toch vaak beperkt tot filosofie. Veel mensen blijven eigenlijk liever in hun hoofd zitten en vertikken het, eruit te komen om in hun hele lichaam aanwezig te zijn.

Men zegt dat zelfbewustwording en spiritualiteit alles te maken hebben met het verzoenen van de tegenstellingen in onszelf. Daar kunnen we uitgebreid over filosoferen maar dat zet geen zoden aan de dijk. Denken helpt niet. De belangrijkste innerlijke tegenstellingen laat je zodoende al gauw buiten schot: die tussen denken en voelen, lichaam en geest, het mannelijke en het vrouwelijke, bewust en onbewust, binnen en buiten, hemel en aarde, zijn en niets, individualiteit en eenheidsbewustzijn. Als het genoeg was om hierover anders te dènken, waren we allang op grote schaal verlicht. Maar bewustzijnsverruiming is in de eerste plaats een kwestie van voelen! Van aan den lijve ervaren, kortom.


Ons wezen woont in het bekken

Er is een plek in ons lichaam, van waaruit we al die verschillende kanten van onszelf met elkaar kunnen verbinden, verzoenen, in harmonie laten komen. Dat is niet het hart, hoewel dat ook een groot verenigend vermogen heeft – met name in het contact met anderen. De hartstreek (voor liefhebbers: het hartchakra) is echter alleen maar het midden van de bovenste lichaamshelft (tussen de drie onderste en de drie bovenste chakra’s in). Wanneer we hier het accent van ons bewustzijn leggen, nemen we nog niet het hele lichaam mee in ons proces van zuiveren, loslaten, bewustworden en opengaan. De kans is zelfs groot dat we emoties, instabiliteit maar ook verkrampingen in de borstkas verergeren door er met onze aandacht onzuivere energie naar te laten opstuwen, terwijl benen en voeten niet open zijn naar de aarde toe.

Die benen en voeten horen er ook bij. Het midden tussen top en teen ligt in de diepte van het bekken, bij het zwaartepunt van ons hele lichaam. We kunnen we ons daar ‘in laten zakken’, vanuit dit gebied ademen, leven, zijn. Dan kunnen hoofd, keel, hart, zonnevlecht en onderbuik vrij worden.

Door zo te ademen, verbindt het denkende ‘ik’ zich in de bekkenruimte met het diep-voelende Zelf, ons wezen, het oorspronkelijke kind in ons. Het wordt je thuis, de plek waar je altijd in jezelf geborgen bent. Het ‘ik’ bezet de ruimte van het mystieke hart niet langer; vanuit het ademende midden kunnen we leren, ons hele lichaam bewust te bewonen en alles wat er niet in ons thuishoort los te laten, door de benen en voeten de aarde in. Langzaam maar zeker ga je merken dat de huid geen grens om je heen is. We gaan open tussen aarde en hemel, en zo kunnen we onszelf gaan ervaren als energie, of als warm doorstraalde ruimte.

De bekkenruimte wordt soms aangeduid als het ‘hara’-gebied maar het gaat om een plaats die nog dieper ligt dan het z.g. ‘hara-punt’ (ter hoogte van drie dwarsgehouden vingers onder de navel). Die nog diepere plek staat bekend als het ‘chi-punt’, of, zoals Hetty Draayer het noemt, het ‘kosmisch oog’ (drie vingers breed boven het schaambeen). Dat is echt nog een verdieping dieper. Probeert u eens, van hieruit in te ademen en vervolgens rustig helemaal uit te ademen en met uw aandacht mee te gaan terwijl u het stromen van uw energie voelt door benen en voeten. Er kunnen weerstanden zijn maar ook daar valt doorheen te ademen, en dan wordt het mogelijk om terug te keren in de eenheid van alle dingen.


Het lichaam als hulp

Vanuit dit ademende midden is mijn perspectief op mezelf, op het leven, op alles ingrijpend veranderd. Het vraagt jarenlang oefenen en loslaten, en de bereidheid, jezelf werkelijk onder ogen te zien – inclusief verdrongen bewustzijnsinhoud. Maar vroeg of laat kan de ontdekking volgen, dat je de polariteiten van het leven in deze wereld kunt erkennen zonder in dualisme te blijven steken. Vanuit dit midden vormen veel polen in ons lijfelijk bestaan een eenheid: ‘boven’ en ‘beneden’ (hemel en aarde), ‘binnen’ en ‘buiten’, voor en achter, rechts en links. Want vanuit het midden kun je je aanwezigheid overal ervaren, waar je waarneemt. Vervolgens gaat het erom, overal - in het hele lichaam en wijd daaromheen - in gelijke mate aanwezig te zijn.

Door te leren omgaan met de energieën in, door en om ons lichaam kunnen we ook het mannelijke en het vrouwelijke in onszelf tot eenheid laten komen. In een bepaald opzicht vallen deze aspecten samen met de rechter en linker lichaamshelft. De tegenstelling tussen ‘bewust’ en ‘onbewust’ vinden we eveneens in ons lichaam terug, onder meer als een voelbaar verschil in ‘doorleefdheid’ tussen de voorzijde van het lichaam en de achterkant. De voorkant tonen we zowel aan anderen als aan onszelf méér dan de achterkant, waar vaak veel verdrongen materiaal wordt vastgehouden. We leven als het ware naar voren toe maar zonder echt los te laten wat achter ons ligt.

Dat kan allemaal anders, als we ons bewust worden van de manier waarop we omgaan met lichaam en energie – met name ook de subtielere energieën van de ziel. Het lichaam wordt zodoende een enorme hulp in ons proces van bewustwording: een bron van zelfkennis, een gids en leidraad. Het is een prachtig instrument om in deze wereld waar te nemen en te handelen. We kunnen dit instrument zelfs nog zuiveren en verfijnen door aan onszelf te werken. En zoals een meubelmaker onlangs zei: goed gereedschap is alles.

Als ons ego niet langer van het lichaam vervreemd is en we werkelijk een eenheid van lichaam, ziel en geest worden, kunnen we ontdekken dat we ook de Eenheid van lichaam, ziel en geest zijn. Microkosmos en macrokosmos. De laatste tegenstelling blijft die tussen individualiteit en eenheidsbewustzijn – maar dat is een schijnbare, een paradox. Er is er maar Eén, en die zijn wij allemaal: het verenigde Zelf.

zondag 15 juni 2008

Tijdschrift Prana over 'The Secret'

Kortgeleden verscheen nummer 167 van het tijdschrift Prana, gewijd aan het thema "The Secret ontsluierd'. Wie zich aangesproken voelt door het boek The Secret van Rhonda Byrne, kan in dit Prana-nummer een gezond tegenwicht vinden. In mijn bijdrage onder de titel 'Als er niet gebeurt wat je wilt...' wordt het boek misleidend en gevaarlijk genoemd. Steeds weer wordt er gedacht dat 'als je iets maar echt wilt, je het ook krijgt'. Maar wat is 'iets echt willen'? Om daar achter te komen, moeten we naar mijn smaak eerst echt zijn. En daartoe moeten we vooral heel veel loslaten. De titel van dit artikel is ontleend aan een advies dat ooit werd gegeven in een serie TV-sketches onder de titel Het grote ongenoegen: 'Als er niet gebeurt wat je wilt, dan moet je gewoon willen wat er gebeurt!'
Van harte aanbevolen.

HOU JE HART NIET VAST

Over angst, liefde en wakker worden

Door Peter Kampschuur


We kunnen leven vanuit eigenbelang of vanuit liefde, en tussen die twee in liggen duizend-en-één manieren om het met jezelf op een akkoordje te gooien. Maar al die compromissen houden ons gevangen in een droom – een angstdroom. Het enige wat erop zit, is loslaten en wakker worden.


Een beroemde en al vaak geciteerde uitspraak van de Amerikaanse psychiater Jerry Jampolsky luidt: 'Liefde is angst laten varen'. Daar zit veel in. Angst is in zoverre het tegenovergestelde van liefde dat het één leidt tot afzondering, in je schulp kruipen, vluchten, of tot vechten - terwijl het andere leidt tot opengaan, verbinden, verenigen: één worden. Menigeen kent de ervaring dat vrijheid, innerlijke vrede, de bodem is waarop liefde bloeit. Wie maar diep genoeg los laat en innerlijk stil wordt, kan merken dat er iets warms en milds in zichzelf begint te stralen. Het is er eigenlijk de hele tijd, als een alomtegenwoordige energie die er alleen maar op lijkt te wachten tot wij voor haar opengaan en zij ook van ons kan uitstralen. Gebeurt dat eenmaal, dan is dat op zich ook een bevrijdende ervaring.

In het boek De angst voorbij van Mary C. Nelson zegt de Tolteekse sjamaan Miguel Ruiz zelfs dat liefde gewoon in de lucht zit, die we inademen: ‘Die gave van liefde vult je hele wezen wanneer je in iedere cel van je lichaam, in iedere emotie en in ieder lichtdeeltje dat jou creëert met vol bewustzijn ademt.’

Maar zolang er angst in ons is, zijn we niet vrij. Niet vrij om toe te laten en niet vrij om uit te stralen. Naar mijn ervaring moeten we, om diep genoeg los te laten – of het nu gaat om angst of om wat dan ook - vooral diep genoeg in onszelf kijken, waarnemen, voelen. Het is bijvoorbeeld niet genoeg om op een bepaald moment in ons gewone waakbewustzijn, onze alledaagse bewustzijnstoestand, vrij van angst te zijn. Want we houden er een enorm onbewuste op na, van waaruit allerlei angsten ons altijd weer kunnen overrompelen, al dan niet gepaard gaand met defensieve en agressieve impulsen.

Met een variant op de zin ‘how deep is your love?’ zouden we dan ook kunnen vragen: ‘how deep is your introspection?’ Ooit vroeg ik tijdens een interview voor een tijdschrift aan J. Krishnamurti, of hij ook niet vindt dat we van onszelf moeten houden. Hij antwoordde: ‘Onszelf kènnen, stel dat maar voorop. Die liefde komt dan vanzelf wel.’


Angst voor wat er niet is


Als we zeggen dat angst het tegenovergestelde van liefde is, of liefde althans belemmert, over wat voor angst hebben we het dan?

Het gaat, geloof ik, niet om de acute angst die we bijvoorbeeld als voetganger voelen wanneer er bij het oversteken van een straat opeens een hoge snelheidsbrommer aankomt. Een schrikreactie is dan nuttig, de opgewekte adrenaline doet ons het vege lijf in veiligheid brengen. En dan is de kous weer af – tenzij we erover dóór-emmeren en het een en ander niet loslaten. Ik heb diverse mensen ontmoet, die bang werden nadat er in hun huis was ingebroken. Het hielp niet als ik zei dat dit de kans op een nieuwe inbraak eerder verkleinde dan vergrootte. Nee, ‘het was het idéé’.

Het is een gekke paradox, maar om een lang verhaal kort te maken: de angst die onze liefde blokkeert, is eerder een angst voor wat er niet is dan voor wat er wel is. We lijden vooral onder neurotische angst, ons ingegeven door wat we bewust en onbewust denken, vaak op grond van wat we eerder hebben beleefd. Het is angst voor wat er misschien, eventueel, desnoods of ‘in het geval dat…’ zou kùnnen gebeuren. Als we ons hart chronisch vasthouden, raakt het versteend en kan daar geen liefde stralen.

Angst zaait niet alleen verdeeldheid tussen mensen maar in de eerste plaats in lichaam, ziel en geest van de angstige persoon zelf. Angst verscheurt ons, maakt ons tot vat vol tegenstrijdigheden, doet ons verkrampen en verharden, afweren, tegenhouden, hechten aan de status quo en die zelfs verdedigen zonder dat we daarmee gelukkig worden.


Vrijheid vàn- en niet vóór het ego

We kunnen er niet onder uit: het is niet genoeg om specifieke angsten te laten varen, we moeten een diepgaand proces van loslaten en transformatie aangaan. We kunnen onze angsten bezweren, temperen, binnen de perken houden door rationeel te denken en een zo gunstig mogelijke draai aan ons leven te geven, maar we worden alleen vrij van angst als we onszelf ten diepste onder ogen zien en ook de meest onbewuste, diep in ons lichaam weggestopte spanningen en verkrampingen leren loslaten. Pas zo worden we een vrij mens, iemand die werkelijk in staat is tot liefhebben.

Misschien is de hamvraag dan, wat vrijheid is. ‘Vrij zijn’, dat lijkt iedereen wel te willen. Maar de moeilijkheid is, wat Leo Hartong in zijn boek Ontwaken in de droom zo formuleert: ‘het gaat om bevrijd te zijn van het ego en niet om vrijheid voor het ego’. En wie wil die vrijheid? Wie wil zo diep loslaten en het leven zo onbevangen in zich toelaten dat z’n wezen ‘vrij komt uit de greep van het ik’ – om het in termen van C.J. Schuurman te zeggen?

Deze overgave is een opgave. In ieders leven kan een moment aanbreken, waarop we tegelijk helder wakker en diep ontspannen zijn – dat is beide nodig voor die overgave – maar er kan ook een heel leven voorbijgaan terwijl we te bang, te agressief, te moe en te gestresst blijven tot er pas aan het eind onvermijdelijk overgave volgt, en dan misschien onbewust. Daarom is training in loslaten, ontspannen en het ordenen van je energiehuishouding zinvoller dan niets doen en wachten tot de zegen vanzelf van boven komt.

Het is wat mij betreft dan ook jammer dat er de laatste tijd met enige regelmaat boeken van zogenaamde ‘Zelfgerealiseerden’ verschijnen, waarin zij afraden om aan jezelf te werken. De ‘verlichting’ waar ze van reppen, valt niet door het ‘ik’ te bewerkstelligen, dat is een waarheid als een koe. Maar deze lieden zullen ons evenmin naar die verlichting kunnen praten. Hun boeken en praatjes houden hun publiek in het hoofd, in het denkende ‘ik’ dat net zo zou willen zijn als zij terwijl dat maar niet lijkt te lukken.


Het continuüm van bewustzijnstoestanden


We moeten wel degelijk aan onszelf werken – niet aan ons ‘ik’ maar aan bewustwording en genezing, en aan onze energiehuishouding die ons daartoe in staat stelt. Niet om iets of iemand anders te worden dan we werkelijk zijn maar om alle flauwekul los te laten, zodat het Zelf tot vrije expressie kan komen.
Er is een merkwaardig gegeven dat nog eens extra duidelijk maakt, hoe angst en innerlijke vrijheid als het ware naast elkaar liggen – alsof beide bewustzijns- en gemoedstoestanden slechts door een flinterdunne lijn van elkaar gescheiden zijn. Uit onderzoek naar bewustzijnstoestanden blijkt dat het gebruikelijke onderscheid tussen slapen, waken en dromen veel te grof is (zoals men in min of meer spirituele kringen al veel langer zegt). De psycholoog Piet Vroon presenteerde in 1988 op een congres van de stichting Skepsis een ‘continuüm’ van verschillende EEG-frequenties, uiteenlopende energietoestanden van de hersenen naargelang van de bewustzijnstoestand waarin de persoon zich bevindt. Deze oplopende reeks omvat: coma, bewusteloosheid, diepe slaap, droomslaap, bepaalde vormen van meditatieve trance, ontspannen zijn, gespannen aandacht, hevige emoties, verlammende angst en tenslotte, in de woorden van Vroon: “een zogenaamde mystieke kramp waarbij men zich niet kan bewegen en de wereld beleeft als één geheel, een oceaan of een ongedifferentieerde ‘oersoep’.”

Op grond van mijn persoonlijke ervaringen zie ik weinig reden om in dat laatste geval van een ‘kramp’ te spreken. Het was ook niet zo dat ik me in die toestand niet kòn bewegen - ik verroerde me gewoon niet omdat ik niets anders wilde dan me diep ontspannen en stil zijn. Mijn lichaam was niet verkrampt maar ontkrampt. Voor mijn gevoel is deze beleving dan ook geen toestand van onvrijheid maar juist van opperste vrijheid - zelfs van bevrijd zijn van m’n ‘ik’, want er was even helemaal geen ‘ik-gevoel’. Het gaf een gevoel van opgenomen zijn in iets levends wat sacraal is, numineus, en ik zou dit dan ook evenmin beschrijven als ‘oersoep’.

Intussen is er iets heel interessants aan Vroons continuüm: het gaat kennelijk om een reeks toestanden van toenemende wakkerheid. En de meest wakkere toestand waartoe we in staat zijn, is dan die mystieke vereniging.


De botsing van ‘egotiek’ en ‘erotiek’


Dit mystieke één zijn is allerminst iets om bang voor te zijn – het is een bevrijding, ook van de angst voor de dood - en toch ‘grenst’ het EEG-golfpatroon van deze toestand aan dat van verlammende angst. Zó dicht liggen beide belevingen kennelijk bij elkaar. In beide toestanden is er overgave: bij verlammende angst waarschijnlijk omdat men niet anders kan
(bijvoorbeeld omdat vluchten niet mogelijk is en vechten geen zin heeft) en in mystieke vereniging omdat men niet anders wil.

Het is heel menselijk en begrijpelijk dat we ons bewust of onbewust innerlijk verzetten tegen de intrede van zo’n bewustzijnstoestand. Het is, zou je in termen van Schuurman kunnen zeggen, de ultieme botsing tussen ‘egotiek’ en ‘erotiek’. Enerzijds staan we immers voor de opgave of opdracht om een individu te zijn, een min of meer zelfstandig persoon. Ons lichaam is ook ingesteld op handhaving van die zelfstandigheid. En anderzijds verlangen we naar verbinding en eenwording, het min of meer opgeven van dat zelfstandige. Als we elk egotisch motief diep loslaten (al is het maar voor een moment) komen we in een toestand die sterk op verlammende angst kan lijken – en ons daarom veelal afhoudt van volkomen overgave aan het erotische motief, zoals in de mystieke vereniging waarin het ego afwezig is en ons wezen wakker.

Vroons continuüm van hersen- en bewustzijnstoestanden geeft aan, wat de functie van ontspanningsoefeningen en meditatie kan zijn met het oog op dit dilemma. We kunnen geest, ziel en lichaam trainen in ontspanning en verstilling. Vanuit de toestand van hevige emoties of gespannen aandacht doen we dan als het ware eerst een paar stapjes terug: naar ‘ontspannen zijn’ en eventueel naar ‘bepaalde vormen van meditatieve trance’. Als we dan niet wegdromen of in slaap vallen, en wanneer ook ons lichaam went aan het rustig, verstild stromen en stralen van onze energieën, winnen we aan vertrouwen. Zo kan het loslaten zich verder verdiepen, zo ver dat het overgave wordt en we een soort sprong maken: voorbij de verlammende angst naar het grote ontwaken.

Er worden tegenwoordig veel hulpmiddelen aangeboden, en er zijn inderdaad meerdere wegen naar Rome. Maar niet àlle wegen leiden daarheen. Naar mijn gevoel gaan alleen bepaalde meditatieve wegen diep genoeg, met name benaderingen waarin lichaam en energiehuishouding worden ‘meegenomen’ in het proces van ontspannen, loslaten en verstillen. Het gaan van zo’n innerlijke weg vraagt om inzet, om toewijding aan ons Zelf. Maar het is veel waard als we van een leven vanuit eigenbelang - en de daarmee gepaard gaande angst - kunnen komen tot een leven vanuit liefde.