zaterdag 14 juni 2008

STROMEN OF STAGNEREN


Al wat leeft is energie. Door te voelen dat wij zelf ook energie zijn, kunnen we onze primaire weerstand laten varen: die tegen het één zijn met het universele energieveld, de kosmische zee. Zo kunnen we ons bewust worden van ons ware zelf - het onbegrensde Zijn.

Door Peter Kampschuur


Toen mijn zoon Arthur zeven was, kroop hij eens genoeglijk naast me op de bank en zei stralend: ‘Eigenlijk zijn wij elkaar.’ ‘Dat klopt,’ antwoordde ik, want zo voel ik dat ook. ‘Leuk, hè?’ zei ik erachteraan, om voorzichtig te peilen of deze beleving hem wel beviel. ‘Ja,’ antwoordde hij, ‘eigenlijk zijn wij elkaar maar we hebben verschillende lichamen. En als je geboren wordt, krijg je een hoofd en dat blijft altijd hetzelfde.’ Individualiteit en één-zijn kunnen naadloos op elkaar aansluiten, en een kind kan de was doen.

Soms hebben we, met name sinds hij op een interconfessionele basisschool zit, een kort maar krachtig 'theologisch' gesprek. Zo zei hij een half jaar eerder, toen hij nog zes was: ‘Weet je wat ik denk? Dat ik half God ben, en half mens.’ ‘Dat klopt,’ zei ik ook toen. ’t Lijkt me van essentieel belang om zo’n visie onvoorwaardelijk te bevestigen. Wat mij betreft had het ook helemáál God en helemaal mens mogen zijn, of een andere verhouding van deze twee aspecten tot elkaar, maar met een kind dat een diep religieus inzicht verwoordt ga je niet delibereren over percentages of verhoudingen. Zo’n inzicht laat je heel, en het kind ook. Terwijl theologen vechtend over straat rollen als het gaat om de vraag of Jezus misschien toch alleen maar mens was, kan een kind op de andere oplossing voor die kwestie komen: niet alleen Jezus is God èn mens, wij zijn dat allemaal.


Meebewegen met het vloeiende heden

Arthur heeft nog een ademende huid, zijn huid is geen grens om hem heen maar laat energie toe en straalt energie uit. Hij bevindt zich nog in de natuurlijke, stromende staat van zijn. Dat wil niet eens zeggen dat hij nooit weerstanden heeft. Moet je hem eens vragen of hij meegaat boodschappen doen terwijl hij naar één van zijn favoriete TV-programma’s kijkt! Maar doorgaans staakt hij zijn verzet zodra het zinloos blijkt. De boodschappen moeten gedaan en van alleen thuis blijven kan geen sprake zijn. Dat idee laat hij dan weer los, om opnieuw ‘mee te bewegen met het vloeiende heden’, zoals mijn meditatieleraar dat noemt.

Deden we dat allemaal maar: meebewegen met het vloeiende heden. Dan konden we het gevoel bewaren dat we half God en half mens zijn – of zoiets, ongeveer. We mogen uiteraard, net als een kind, alles voelen wat er te voelen valt. Blijdschap, woede, verdriet, lust en onlust, noem maar op. Maar wat zou het fijn zijn als we dat allemaal ook zo gauw mogelijk weer loslieten, zoals Jantje huilt en lacht. In plaats daarvan houden we onze energie vast, zodat de energiekanalen van ons lichaam stagneren en we verstarren in een bepaalde manier om onszelf te beleven – gepaard gaand met een vaak onwrikbare opvatting omtrent onszelf, omtrent wat we wel en niet willen voelen, moeten doen, denken en zijn.


De primaire weerstand

Alles wat we ervaren, hangt er vanaf hoe onze energie stroomt en straalt, of stagneert. Alles wat we ervaren is ook energie. We leven in een kosmische zee van energie. Materie is energie; wij zijn zelf ook energie. Mijn zoon verkeert nog in een zelfbeleving waarbij er zich binnen de eenheid van zelf en wereld, binnen die zee van energie, een ‘ik’ begint te onderscheiden. Het benieuwt me of het ook op afscheiden zal uitdraaien, op de inperking van zichzelf die leidt tot het gevoel, een geheel apart ‘ik, hier binnen’ te zijn – binnen in zijn lichaam, of misschien alleen maar in zijn hoofd. Moet de druppel zich buiten de oceaan gaan voelen?

Zo heb ik mezelf wel lange tijd beleefd en het heeft me jaren van meditatieve ontspanningsoefeningen gekost om mijn energie weer zo te laten stromen en stralen dat ik terugkwam in de Eenheid, me weer voelde opgenomen in die zee. Tegenwoordig kun je veel lezen over zelfbewustwording en eenwording, maar dat dat een kwestie van voelen is, wordt vaak genegeerd. En alles wat we voelen, is energie. Zonder energie geen gevoel – dat is nog eens wat anders dan ‘Ohne Phosphor kein Gedanken’.

In zijn prachtige boek Zonder grenzen noemt Ken Wilber het gevoel dat je een apart zelf ‘hier binnen’ bent niets anders dan een weerstand.

Het is volgens hem de meest fundamentele, primaire weerstand die we erop nahouden, de weerstand tegen open, transparant, vloeiend, heel en één zijn. We hoeven die weerstand niet telkens opnieuw in te schakelen, hij is er gewoon op de achtergrond bij alles wat we ondernemen, en is dan ook in sterke mate bepalend voor onze manier van doen, onze persoonlijkheid. Voor het in standhouden van deze weerstand betalen we een prijs maar daarvan zijn we ons doorgaans niet bewust. We bouwen er andere weerstanden bovenop of omheen, we kruipen in onze schulp en pantseren ons tegen mogelijke aanslagen op het zelfbeeld dat zo ontstaat.

Mijn meditatieleraar, Hetty Draayer, maakt in haar boek Naar nieuwe ruimten van bewustzijn duidelijk, wat de prijs is die we hiervoor betalen. Het is het schijnbare onvermogen van ons bewustzijn om gelijke tred te houden ‘met het steeds in beweging zijnde en het zich voortdurend vernieuwende heden, zodat er geen energie-rest overblijft of vastgehouden wordt.’ Met andere woorden: bewegen we niet mee, dan laten we onze energie niet onbelemmerd stromen - er gaat iets vastkoeken, en dat verandert ons zelfgevoel. Hetty Draayer: ‘Samen met de energie-rest worden onze antipathieën, projecties, onverwerkte ervaringen, herinneringen, begeertes, gewoontepatronen, identificaties en voorstellingen tot denkend ‘ik’.’


Het reiken naar buiten

Dit denkend ‘ik’ of ego-denken wordt vaak beschouwd als iets mentaals, maar dat is maar één kant van de medaille. Het is tegelijkertijd een energieverschijnsel. Door de nadruk op denken wordt er veel energie naar het hoofd getrokken en zingt daar als het ware rond, zodat er een soort papegaai blijft kwetteren. Al dat denken brengt onophoudelijk veranderingen in onze energiehuishouding teweeg, bewegingen die we ‘emoties’ noemen, stemmingen, gevoelens, enzovoort. Maar omgekeerd kan dat denkende ‘ik’ onze energie ook doen stagneren en hele energiepatronen – waaronder ziekmakende – in stand houden. Dat maakt dan deel uit van dat denkende ‘ik’ dat ons wezen in zijn greep houdt. Je zou het ook als een hoop samengeklonterde weerstand kunnen zien. En die moet er uit om weer jezelf te worden.

Over wat dat is – weer jezelf worden, of jezelf zijn – daar hoeven we geen opvatting over te hebben. Maar het is zonneklaar dat onze energie daarvoor moet stromen en stralen in plaats van te stagneren. Proberen we alleen maar anders over onszelf te dènken, dan kwettert die papegaai in ons hoofd voort. Ideeën kunnen mooi zijn maar het komt aan op aan den lijve ervaren. Door onze energiehuishouding en de blokkades goed te voelen, kunnen we weerstanden leren loslaten en kan de papegaai verstommen. Zo is het mogelijk om terug te keren in een natuurlijke, vloeiende staat van zijn waarin we een ander, meer oorspronkelijk zelfgevoel hebben.

Vanuit een verlangen naar verbondenheid, naar her-verbinding (religie) reikte ik vroeger naar buiten. Als je het gevoel hebt dat je ‘hier van binnen’ bent, lijkt dat ook logisch. Ik had het gevoel dat er leven binnen in mezelf zat, en ook binnenin de anderen, en daar tussenin was het leeg of dood. Het alomtegenwoordige Leven, de kosmische zee, voelde of zag ik niet. Daarom was ik druk bezig, bruggen te slaan tussen mijn eilandje en vele andere eilandjes, de andere mensen met wie ik in relatie trad. Op de een of andere manier had ik ook altijd iets met het bos. In de bomen en planten zit ook duidelijk leven. Maar toch bleven de bomen, de planten, dieren en wat er verder ook maar leeft, buiten mij. Ik bleef maar ‘hier van binnen’, in zekere zin toch opgesloten in mezelf. Langzaam maar zeker kwam het vermoeden in me op, dat ik het over een heel andere boeg moest gooien.


Dieper naar binnen

In plaats van ons op de buitenwereld te richten kunnen we juist dieper naar binnen gaan. Om te beginnen dieper in de ruimte van ons lichaam. Ik zat in die tijd vreselijk in mijn hoofd, liep zelfs rond met chronische hoofdpijn, en ik móest ook wel leren ontspannen. Dat bleek de sleutel. Eerst onderging ik allerlei behandelingen: diverse soorten massage en acupunctuur. Dit verhoogde onmiddellijk mijn lichaamsbewustzijn: ik ging energie voelen op allerlei plekken die eerder doof of doods leken te zijn. Zo werd me duidelijk dat ik me heel anders zou kunnen voelen als ik dieper en dieper los zou laten, zo diep dat er geen energie-rest zou blijven hangen.

Door de lichaamsgerichte, genezende vorm van ademmeditatie die ik van Hetty Draayer leerde, verdiepte de ontspanning zich zozeer dat ik regelmatig het gevoel kreeg dat mijn lichaam eigenlijk energie is. Niet alleen stroomde de energie door alle hoeken en kieren van mijn lijf maar als ik heel stil zat of lag, werd ik me ervan gewaar dat de energie zich uitstrekte voorbij mijn huid.

Ik kwam terecht in een andere dimensie, d.w.z. een andere manier om de werkelijkheid te ervaren: de bewustzijnslaag van het tweede lichaam. Deze laag van bewustzijn-en-energie wordt ook wel ‘het etherisch lichaam’ genoemd, en zit als een soort duikerpak om het fysieke lichaam heen – maar heel transparant. Als je deze laag voelt, lijkt ook de huid energie te zijn, doorlaatbaar in plaats van een grens.

Tegelijkertijd begon ik een uitwisseling te voelen tussen ‘mijn’ energie en de energie in de ruimte om me heen. Die wisselwerking hield min of meer gelijke tred met de adembeweging – ook Ken Wilber beschrijft dat in Zonder grenzen. In de inademing laat je energie van wijd om je heen in je toe, en in de uitademing laat je weer los wat je niet meer nodig hebt, ‘verbruikte’ en overtollige energie, maar ook spanningen, verkrampingen, weerstanden, vermoeidheid, pijn, emoties en diepe angsten, kortom: alles wat niet in je hoort te blijven hangen. Er komt veel los, dat voel je, en dat is de prijs die we moeten betalen voor het opnieuw stromen en stralen.

Als je steeds duidelijker voelt dat in- en door je lichaam dezelfde energie stroomt en straalt als daar wijd omheen, worden ‘binnen’ en ‘buiten’ één.


De kosmische zee

Het gaat niet van een leien dakje, want elke meditatieve oefening is een confrontatie met je weerstanden, ook de weerstand tegen loslaten. En vaak de weerstand tegen toelaten. Als je meer gaat voelen, voel je ook beter wat je nog niet loslaat. En wannéér je verkrampt, op welke momenten en gebeurtenissen je reageert met verzet. Er zijn perioden geweest, waarin ik dag in dag uit rondliep met pijnlijk vertrokken schouders en mijn hoofdpijn was ook niet één twee drie weg. Maar ik begreep wel steeds beter, waar al dit ongemak vandaan kwam en ik leerde, overal doorheen te ademen. Niet dat ik met alle winden mee waai – in tegendeel, het gaat er naar mijn gevoel ook om, je rug recht te houden en stevig met beide benen op de grond te staan. Maar dat gaat samen met steeds weer loslaten van het oude en toelaten van het nieuwe – waarvoor dan ook de nodige ruimte in jezelf is.

Zo is het langs deze meditatieve weg een heel transformatieproces waarin ik weliswaar dieper naar binnen keer maar ook naar buiten toe meer openga. En ergens onderweg raakte ik m’n meest fundamentele, primaire weerstand kwijt. Dat was toen het besef me overviel, dat alles binnen is. Er is helemaal geen ‘buiten’, zo voelt dat. Datgene wat alles waarneemt – ons bewustzijn – is één en hetzelfde als datgene waarin alles gebeurt. Eén warm stralende ruimte waarin alle energieën en levensvormen vibreren, het kosmische energieveld dat wij zelf zijn. Arthur heeft gelijk: al hebben we verschillende lichamen, eigenlijk zijn wij elkaar.

Geen opmerkingen: